Feestelijke bijeenkomst 80 jaar SKS

Op dinsdag 22 juli 2025 vierde de Sintrale Kommisje Skûtsjesilen (SKS) haar tachtigjarig bestaan met een feestelijke bijeenkomst in het Fries Scheepvaart Museum te Sneek. SKS-voorzitter René Nagelhout opende de middag en heette de (oud-)schippers, bemanningsleden, bestuursleden en andere betrokkenen van harte welkom.

“SKS-skûtsjesilen is zoveel meer dan het silen alleen”, sprak hij. Hij stond stil bij de inzet van oprichters Klaas Kingma en Gerben van Manen, en stelde de vraag wat hen toen bezielde om zich in te zetten voor het Fries erfgoed. “We mogen trots zijn op wat we jaarlijks met elkaar beleven, en dankbaar voor het doorzettingsvermogen van iedereen die ons voorging. Tegelijkertijd is het onze taak om het vuur brandend te houden voor volgende generaties. Fan herte lokwinske mei dit jubileum!”

Aansluitend richtte Bouwe Westerdijk, bestuurslid van het Fries Scheepvaart Museum, het woord tot de aanwezigen. Hij haalde de diepe band tussen het museum en het skûtsjesilen aan. “Het SKS-skûtsjesilen zit in ons DNA”, stelde hij. De tentoonstellingen van de afgelopen jaren zijn daar het levende bewijs van: van de portrettenfok van Anne Tjerkstra en de familiefoto-expositie Eén grote familie tot de boekpresentatie van Schippersvrouwen door Alice Booij en Sippy Tigchelaar. Elk SKS-kampioenschap wordt opnieuw geschiedenis geschreven en het museum blijft die verhalen bewaren. Bloemen voor voorzitter Nagelhout symboliseerden de dank aan iedereen die zich inzet voor de SKS.

Onder leiding van Eelke Lok volgde een boeiend vraaggesprek met drie markante vertegenwoordigers van de SKS. Klaas Boersma (80), al sinds 1966 verbonden aan het Heerenveense skûtsje Gerben van Manen, blikte terug op een leven vol skûtsjesilen. “Het heeft ons leven bepaald. Ik maakte altijd tijd voor het skûtsjesilen – het hoorde er gewoon bij.” Ulbe Zwaga, kleinzoon van de roemruchte Ulbe Zwaga, sprak over hoe hij opgroeide binnen de SKS. “Voor mij is het één grote familie. Ik ben blij dat de skûtsjes en het skûtsjesilen zijn blijven bestaan.” Zwaga was SKS-bestuurslid en lid van de Kommisje Amels, verantwoordelijk voor technische controle.

Ook Douwe Jzn Visser – jarenlang schipper van de Sneker Pan – kwam aan het woord. Hij vertelde hoe hij pas na zijn afscheid besefte hoeveel de SKS voor hem betekende. Een bijzondere anekdote ging over wedstrijdplaatsen De Veenhoop en Earnewâld, waar hij nooit graag zeilde. “Maar als je kampioen wilt worden, moet je overal kunnen zeilen”, kreeg hij ooit terecht te horen van oud-schipper Wiemer Hoekstra.

Na de terugblik kwam de blik op de toekomst. Co-sponsor NHL Stenden presenteerde haar visie op het SKS-skûtsjesilen in 2045, gericht op het betrekken van nieuwe generaties en een bredere doelgroep. Studenten Fenna en Britt vertelden enthousiast over hun dagje meevaren op een skûtsje en over hun rol bij het ontwikkelen van een educatief lespakket voor middelbare scholen: Passie, Traditie & Pure Competitie. Hun doel: jongeren laten béleven wat skûtsjesilen is.

Tot slot volgde een bijzonder moment: de symbolische openingshandeling van het jubileumjaar. De jongste aanwezige SKS-schipper, Sytze Pzn Brouwer van Heerenveen, kreeg de eer om een authentieke olielamp aan te steken – afkomstig van een skûtsje. De vlam staat symbool voor het vuur dat al tachtig jaar wordt doorgegeven binnen de SKS. De olielamp zal gedurende het kampioenschap meegaan op reis, tot aan de theatervoorstelling DreamSkûtsje, die in oktober in de Sluisfabriek in Drachten wordt opgevoerd.

Daarmee kwam het officiële gedeelte ten einde. Tijdens de afsluitende borrel kwamen tal van anekdotes en herinneringen boven – bewijzen van de levendige geschiedenis die de SKS rijk is.

 

Foto’s: Martin de Jong